Op traditionele wijze gevist, heeft deze kustvis lange tijd de reputatie van Trouville-sur-Mer, de eerste Normandische haven voor deze soort, gemaakt.
Makreel is een stevige vis met een grote levendigheid, maar kwetsbaar, die daarom zorgvuldig moet worden "geplukt", in staat om al zijn kwaliteiten te behouden. Dit is het geval voor de makreel van Trouville, die op traditionele wijze wordt gevist in een afgebakend gebied, tegenover de kust van de Calvados, van de havens van Trouville-sur-Mer en Honfleur tot aan de oostpunt van de Cotentin.
Trouville-makreel staat bekend om zijn kwaliteit en versheid en dankt deze goede reputatie aan de zorg die de bemanning en schippers besteden aan de omgang met de vis.
Deze zeer bijzondere knowhow is geformaliseerd in het kwaliteitshandvest dat Normandie Fraîcheur Mer voor Trouville-makreel heeft opgesteld.
INGREDIËNTEN
- 400 g verse makreel
- 1 ui
- 1 kruidnagel knoflook
- 1 bouquet garni
- 20 cl witte wijn
- 50 cl water
- 100 g crème fraîche
- dik
- 1 sjalot
- Gehakte peterselie
- Gehakte kervel
- 1 snufje gehakte dragon
- 1 snufje venkelzaad
- 1 snufje tijm
- 1 theelepel Dijon-mosterd
- 1 theelepel ouderwetse mosterd
- 1 theelepel gehakte kappertjes
- 2/3 augurken, gehakt Zout
- peper
- Roze bessen
- Til de filets op, verwijder de graatjes en pel de makreel.
- Maak een bouillon: bruin de makreelkoppen en -botten in een pan. Voeg de gesnipperde ui, de knoflook, het bouquet garni toe en laat 5 minuten zweten. Blus af met witte wijn en voeg water toe. Laat 20 minuten koken en zeef.
- Kook de makreelfilets 7 minuten in de bouillon. Giet af en zet opzij.
- Verkruimel de makreelfilets. Voeg de fijngehakte sjalot, peterselie, kervel, dragon, tijm, venkelzaad, room, mosterd, kappertjes en augurken toe. Breng op smaak met zwarte peper en gemalen roze peperkorrels en zout naar smaak. Meng goed en laat een paar uur afkoelen.
- Serveer op sneetjes geroosterd brood.